Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Bestudering uitvoeringspraktijk onder de loep genomen

Minister Schouten zegt meer geld toe voor behoud goed kwekersrecht, ook internationaal

Het kwekersrecht is voor veredelaars een onmisbaar instrument voor de ontwikkeling van nieuwe plantenrassen, stelt minister Schouten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in een recente Kamerbrief over het kwekersrecht. "Waar het ontwikkelen van een ras veel tijd kost, is het kopiëren ervan veelal erg eenvoudig." Daarom is er extra geld nodig voor een goede registratie, aldus Schouten.

Bedrijven uit Nederland zijn het meest actief met op wereldschaal circa 20% van alle aanvragen voor kwekersrecht en op Europese schaal circa 50%. Na Nederland komen China, de Verenigde Staten, Frankrijk en Duitsland.

Uitvoering van het kwekersrecht in Nederland
In Nederland is de Raad voor Plantenrassen verantwoordelijk voor de
besluitvorming over kwekersrecht, terwijl Naktuinbouw verantwoordelijk is voor de uitvoering van het DUS-onderzoek. Beide zelfstandige bestuursorganen worden aangestuurd door LNV. Niet alleen voor nationaal kwekersrecht, maar ook voor het Europees kwekersrecht doet Naktuinbouw het DUS-onderzoek (in dit geval in
opdracht van het Europees kwekersrechtbureau, CPVO).

Schouten zegt de uitvoeringspraktijk nog een keer goed onder de loep te hebben genomen. De basis voor de uitvoering in Nederland is de Zaaizaad- en Plantgoedwet, die in 2005 is vernieuwd. De analyse heeft geleid tot een aantal aanpassingen in de taakverdeling en de taakuitvoering. Bij deze analyse is ook gekeken naar de financiering van de werkzaamheden. Het werk dat de Raad doet is voor circa 90% gefinancierd via tarieven die bij aanvragers in rekening worden gebracht. 

Het resterende gedeelte van de begroting van de Raad voor Plantenrassen komt ten laste van de begroting van het ministerie van LNV. Dit betreft niet-retribueerbare kosten en financiering van additionele taken, waaronder het uitgeven van rassenlijsten inclusief bijbehorend cultuur- en gebruikswaardeonderzoek en toetsproeven voor bosbouw. Ook wordt er met het geld beleidsondersteuning gegeven voor rassenregistratie en kwekersrecht. Dit betreft deelname aan internationale beleidsmatige en technische bijeenkomsten van UPOV en het CPVO. Op deze wijze heeft Nederland stevige invloed op de ontwikkelingen op het terrein van rassenregistratie en kwekersrecht.

Verder wordt er geld besteed aan nieuwe en betere toetsmethodieken. Het is volgens Schouten van groot belang dat de rassen met nieuwe eigenschappen die het bedrijfsleven aan het ontwikkelen is, getoetst kunnen worden voor kwekersrecht en/of toelating. Daartoe is het ontwikkelen van nieuwe toetsmethodieken een absolute noodzaak.

Financiering 'op voldoende niveau brengen'
De afgelopen jaren is de financiering van deze additionele taken onder druk komen te staan. Gelet op het belang van deze taken, de onafhankelijkheid in taakopvatting, beheersing van risico’s in de continuïteit en borging van het goede samenspel tussen de partijen zal Schouten conform het advies van de Auditdienst Rijk de
financiën met ingang van 2019 weer op voldoende niveau brengen. Komend voorjaar verwacht Schouten daartoe een nieuwe overeenkomst met de Raad voor Plantenrassen en Naktuinbouw te sluiten inclusief afspraken over de hoogte van de financiering van de additionele activiteiten. "Met deze geactualiseerde overeenkomst wordt weer een stevige basis gelegd zodat het
kwekersrechtonderzoek ook het komend decennium van internationaal topniveau kan blijven. Ook dit is van belang met het oog op versterking van het kwekersrecht wereldwijd."

Verder zegde Schouten toe de gewijzigde manier van octrooiverleningspraktijk te blijven monitoren, waarbij alleen nog plantgerelateerde uitvindingen die via een technisch proces zijn gecreëerd geoctrooieerd kunnen worden en niet langer de producten van klassieke veredeling.

Publicatiedatum: