Interim manager aansprakelijk gesteld voor faillissement J.E. Baas Plantenservice

In februari vorig jaar ging J.E. Baas Plantenservice B.V. failliet. Dit bedrijf, dat in 2012 nog een omzet draaide van bijna 100 miljoen euro, kwam in 2013 in de rode cijfers terecht toen diens grootste afnemer, de Duitse bouwmarkten Praktiker en Max Bahr failliet gingen. Al in 2008 werd door Bijzonder Beheer van de Rabobank een interim manager bij Baas Plantenservice B.V. aangesteld.

De interim manager in kwestie zou zich schuldig gemaakt hebben aan onbehoorlijk bestuur, waaronder in elk geval paulianeus handelen. Dat wil zeggen dat hij, voorafgaande aan het faillissement, goederen ter waarde van 949.000 euro zou hebben 'verkocht' aan Baas Holding B.V., waarvan de rekening volgens de curator nooit is betaald. Ook wil de curator dat een bedrag van ruim 1,3 miljoen euro aan banktransacties ten nadele van Baas Plantenservice B.V. wordt teruggedraaid.

Uit het laatste (vijfde) faillissementsverslag van de curator blijkt dat er nog voor een kleine 8 ton aan vorderingen open staan. Daarnaast eist het UWV nog een kleine drie ton terug en staan er ook bij de fiscus en de verhuurders nog rekeningen open.

De curator is voornemens de schade op de interim manager te verhalen. Belangrijk in deze is tot slot te vermelden dat crediteuren nog altijd claims bij de curator kunnen indienen.

Het laatste faillissementsverslag is hier te lezen