Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Masterplan Aardwarmte Nederland aangeboden aan SER

"In 2030 komt 50 PJ uit aardwarmte"

Op 29 mei 2018 is het Masterplan Aardwarmte Nederland aangeboden aan Ed Nijpels, namens de SER de coördinator van het Klimaatakkoord. Dit Masterplan is een gezamenlijke inspanning van markt en overheid en buigt zich over de vraag hoe aardwarmte, de warmtenetten en de warmtevraag zich optimaal in samenhang kunnen ontwikkelen met als ambitie het realiseren van 50 Petajoule (PJ) in 2030 en 200 PJ in 2050. Ter vergelijk: 50 PJ is de warmtebehoefte van ongeveer 1,5 miljoen huishoudens. Aardwarmte levert met deze ambities een significante bijdrage aan het verduurzamen van de warmtevraag.

Klik hier voor het Masterplan



Het Masterplan geeft een analyse van de huidige situatie en een routekaart met acties voor alle partijen om het gestelde doel te bereiken. Het plan is aangeboden als input voor de onderhandelingen over het Klimaatakkoord. Ed Nijpels: “Geothermie gaat een belangrijke rol spelen in de energietransitie. In het Klimaatakkoord waar partijen nu met elkaar over praten, zullen daar ongetwijfeld knopen over worden doorgehakt. Deze studie levert daarbij een belangrijke bijdrage.”

Nederland staat voor een belangrijke opgave. De CO2-emissies dienen met 49% te worden gereduceerd voor 2030 (Regeerakkoord) en met 95% voor 2050 (COP21). Dit betekent niet alleen 95% duurzame stroom, maar ook 95% duurzame warmte. Ongeveer 40% van de Nederlandse emissies komen door het gebruik van warmte. Om de emissiedoelstellingen te halen, zal de warmtevraag moeten instaan voor 20 Mton CO2-emissies reductie in 2030, gelijk aan ongeveer 500 PJ te verduurzamen warmte. Een dubbel zo grote besparing is nodig voor 2050. Om deze doelstellingen te bereiken tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten, is een diversiteit aan warmtebronnen en technologieën nodig. Aardwarmte kan een belangrijke rol spelen in de toekomstige duurzame energiemix. Met name in de glastuinbouw, stadswijken en utiliteitsbouw in de gebouwde omgeving en in de lichte industrie is een rol voorzien voor aardwarmte. De Nederlandse overheid stimuleert om deze reden het in kaart brengen van de ondergrond in Nederland, zodat het potentieel van aardwarmteprojecten ten volle kan worden benut.

Onderdeel van het Masterplan Aardwarmte is een zogeheten routekaart die beschrijft hoe het potentieel in Nederland optimaal te ontsluiten is. Daarbij is zowel de aanbodkant als de vraagkant meegenomen. Uitgaande van een uitfasering van aardgas laat het Masterplan zien hoe de benodigde groei van de huidige exploratie- en winningsactiviteiten te realiseren is en wat voor de benodigde uitbreiding van de infrastructuur (warmtenetten) nodig is. Naast technische en economische randvoorwaarden, zoals het borgen van de veiligheid en het organiseren van warmtevraagportfolio’s, gaat het ook om maatschappelijke randvoorwaarden zoals draagvlak in de samenleving voor aardwarmte en warmtenetten. De komende periode zullen de betrokken partijen gezamenlijk opvolging geven aan de acties die volgen uit het Masterplan en de routekaart. Daarbij willen zij gezamenlijk optrekken met andere partijen die in de warmtevoorziening een belangrijke rol spelen.

Het Masterplan Aardwarmte Nederland (met als ondertitel ‘een brede basis voor een duurzame warmtevoorziening’) is opgesteld en uitgewerkt door DAGO (Dutch Association Geothermal Operators), Stichting Platform Geothermie, Stichting Warmtenetwerk en EBN, ondersteund door de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Veel andere partijen waren betrokken via interviews en werksessies.

bron: DAGO
Publicatiedatum: