De Belastingdienst stelt dat de ZZP'er zijn inkomen feitelijk via slechts één opdrachtgever realiseerde. Verder wordt er op gewezen dat dat hij niet geïnvesteerd heeft in zijn bedrijf en ook geen reclame voor zijn eigen onderneming heeft gemaakt. De inkomsten van de ZZP'er kunnen daarom voor de fiscus niet worden aangemerkt als winst uit een onderneming, maar moeten worden gezien als het resultaat uit overige werkzaamheden. Het Gerechtshof is het niet eens met die opvatting.
Dat de ZZP'er sterk afhankelijk is van één opdrachtgever maakt niet uit, omdat hij de taken waarvoor hij werd ingehuurd vrij zelfstandig kon invullen. Hij mocht zelf bepalen hoe vaak hij werkte, hoefde opdrachten niet te aanvaarden en kon ook met vakantie gaan en om die reden opdrachten weigeren. Ook heeft de ZZP'er wel in zijn bedrijf geïnvesteerd door een mobiele telefoon, een computer en gereedschap aan te schaffen. Bovendien kan een zelfstandige ook ondernemer zijn zonder te investeren, blijkt uit een eerdere rechtspraak. Ook het feit dat de ZZP'er geen reclame maakte, is geen grond om hem niet als ondernemer te beschouwen. De ZZP’er had voldoende werk, zodat de noodzaak voor het maken van reclame ontbrak.
Zie voor meer informatie de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag.
bewerking: AgriHolland