Steeds meer tuinders kiezen voor collectieve duurzame energie
Energiepartnerschappen
Om risico’s te beheersen kan het verstandig zijn de hernieuwbare warmtevoorziening collectief te organiseren. Tuinders maken zich dan minder afhankelijk van de fossiele energiemarkt en worden eigenaar van een stuk warmtenet en/of hernieuwbare warmtebron. Wie zelf niet wil investeren, kan een partij zoeken die hernieuwbare warmte aanbiedt als dienst.
Dit gebeurt in een zogenoemd energiepartnerschap. Het hart van een energiepartnerschap wordt gevormd door een set prestatieafspraken. Tuinders weten waar ze aan toe zijn en tegen welke kosten en looptijd.
Aanvragen SDE+
De grootste uitdaging voor glastuinders is het organiseren van de financiering. Het uitbesteden van de financiering en exploitatie van een hernieuwbare warmtebron en warmtenet via een energiedienstverlener gaat veelal makkelijker. De investeringen in warmteprojecten kunnen namelijk oplopen tot € 20 miljoen. Omdat de energiepartnerschappen gebruikmaken van hernieuwbare warmte, komt de energiedienstverlener in aanmerking voor SDE+ subsidie. Al 5 energiepartnerschappen hebben een beschikking gekregen.
Eerste warmteclusters
Sinds 2016 stimuleert brancheorganisatie LTO Glaskracht de ontwikkeling van collectieven in tuinbouwgebieden. Het gaat dan om warmteclusters. Tuinders nemen hierin warmte af van een gezamenlijke bron, die via een warmtenet wordt gedistribueerd. In Oostland, Westland en Aalsmeer zijn de eerste clusters gestart of in ontwikkeling. Ook in Noord-Brabant, Limburg en Bommelerwaard zijn al vergaande initiatieven.
Ambitie 2040
De glastuinbouw heeft de ambitie om in 2040 volledig klimaatneutraal te zijn. Pijler onder die plannen is een verduurzaming van de warmtevoorziening. Geothermie en bio-energie worden door tuinders gezien als veelbelovende, duurzame alternatieven voor aardgas. Maar deze overstap vraagt om specifieke expertise en een grote investering vooraf.
Klik hier voor meer informatie (RVO)