Gerbera's hebben een medium hoeveelheid bemesting nodig en groeien het best met 150 tot 200 ppm N. De optimale pH waarde van het substraat ligt tussen de 5.8 en 6.2. Gerbera's zijn gevoelig voor zowel lage als hoge pH problemen, het ontwikkelen van ijzer- (Fe) en mangaan- (Mn) vergiftiging bij een lage pH en een ijzertekort bij een te hoog pH.
Calibrachoa
Calibrachoa heeft een medium tot hoge hoeveelheid bemesting nodig. Op het Noord-Amerikaanse continent moeten bemesting concentraties in het zuiden van 150 tot 250 ppm N gebruikt worden tijdens de actieve groei, terwijl in het noorden een iets lagere hoeveelheid van 150 tot 200 ppm gebruikt kan worden. Calibrachoa presteert het best met een pH die tussen 5.5 en 5.8.
Een goede pH voorkomt een ijzer (Fe) en mangaan (Mn) vergiftiging. Dit komt voor wanneer de pH lager ligt dan 5.2 tot 5.5. Als de pH waarden van het substraat boven de 6.2 liggen, voorkomt dit de opname van ijzer, waardoor het bovenste gebladerte chlorose ontwikkelt. Een verhoogd pH van het substraat waardoor vergeling van de bladeren ontstaat is het belangrijkste voedingsgebrek bij de calibrachoa.
Dahlia stekken
Dahlia's die geproduceerd worden uit stekken hebben een lage tot medium hoeveelheid bemesting nodig van 100 tot 200 ppm N. Dahlia's groeien het beste met een pH die tussen de 5.8 en 6.2 ligt. Een goede pH voorkomt een ijzer (Fe) en mangaan (Mn) vergiftiging. Dit komt voor wanneer de pH lager ligt dan 5.5. Als de pH waarde van het substraat boven de 6.5 ligt kan dit ook de opname van ijzer voorkomen, waardoor er chlorose ontstaat (vergeling van de bladeren).
Een substraat pH onder 5.8 zorgt ervoor dat er teveel ijzer en mangaan wordt opgeslagen, waardoor er een vergiftiging ontstaat. Planten met een dergelijke vergiftiging vertonen chlorose op de onderste bladeren en zwarte vlekken op het gehele blad. Om dit te corrigeren moet de pH van het substraat in eerste instantie weer tussen de 5.5 en 5.8 komen te liggen.
Substraat met een pH boven 6.5 kan de opname van ijzer juist weer voorkomen, waardoor nieuwe bladeren een ijzertekort krijgen en chlorose ontwikkelen. Als planten een ernstig tekort aan ijzer hebben intensifieert de chlorose en slaan de bladeren wit uit. Om dit te corrigeren moet de pH van het substraat in eerste instantie weer tussen 6.2 en 6.4 komen te liggen.
Stekken van dahlia's zijn zeer gevoelig voor oplosbare zouten bij korte fotoperiodes (≤ 14 hours; Nau, 2011) en hebben weinig tot een medium hoeveelheid bemesting nodig.
Te weinig bemesting tijdens de groei kan voor chlorose van de onderste bladeren (vergeling) en bladval zorgen. Teveel bemesting, of een te hoog EC, kan chlorose en bladnecrose veroorzaken. Planten die een vegetatieve groei produceren zonder of met slechts enkele bloemen zouden het resultaat kunnen zijn van een overmatig gebruik van bemestingen op basis van ammoniak, korte dagen en koude temperaturen en/of weinig licht in combinatie met overmatige irrigatie of te nat substraat (Nau, 2011). Daarom is het belangrijk om dahlia's te voorzien van een lage tot medium hoeveelheid bemesting (100 to 200 ppm N) en het gebruik van bemestingen op basis van ammoniak te vermijden.