Zwaar vervoer op waterstof de toekomst?

Met een efficiëntie van 45 procent zijn waterstofwagens een stuk minder energiezuinig dan puur elektrische varianten, maar bij voldoende schaalgrootte is het aanleggen van infrastructuur voor waterstof veel goedkoper. Dat constateert het Duitse onderzoekscentrum Jülich in een vergelijkend onderzoek naar de kosten voor de benodigde infrastructuur. In een ideaal scenario, denken zij, rijden personenauto's straks op elektriciteit, terwijl het zwaardere weg- en zeetransport overschakelt op waterstof. De eerste waterstofvrachtwagens rijden inmiddels al.

Infrastructuur goedkoper
Tot 100.000 wagens kost de infrastructuur voor elektrische wagens 310 miljoen, berekenen de onderzoekers, terwijl die voor waterstof 450 miljoen zou kosten. Naarmate de aantallen stijgen, verandert die verhouding echter: bij een miljoen voertuigen kost het elektrische laden al 2,8 miljard aan infrastructuur, terwijl die voor waterstof nog maar 1,9 miljard kost. Op het moment dat Europa 20 miljoen voertuigen op hernieuwbare energie heeft rijden, is die voorsprong opgelopen tot 11 miljard: 40 voor waterstof versus 51 miljard euro voor elektrische palen.

Vultijd
Het voordeel van de waterstof ligt hem vooral in de effectieve benutting: de vultijd van een tank is zo veel korter zijn dan het opladen van de batterijen, dat een waterstoftankstation in dezelfde tijd veel meer voertuigen van energie voorzien. Je hebt er dus veel minder van nodig. Daar staat tegenover dat het groene waterstof wel ergens opgewekt moet worden en om die energieproductie op te zetten, zijn veel investeringen in zon- en wind nodig.

4,5 cent/km
Uiteindelijk kunnen de kosten van waterstof- en elektrisch vervoer op een vergelijkbare prijs uitkomen, denken de Duitse analisten: circa 4,5 eurocent per kilometer. Dat is een stuk goedkoper dan de gemiddelde prijs die een middenklasse wagen momenteel betaalt aan benzine – volgens de ANWB zo'n 14 cent per kilometer, exclusief wegenbelasting.

Bron: FluxEnergie