In de zaak kregen een aantal ondernemers geen omgevingsvergunning voor het voortzetten van hun caravanstalling in oude kassen. Daarvoor hadden ze een ontheffing nodig van het bestemmingsplan en die kregen ze niet.
De overheid treedt al langer fel op tegen andere activiteiten dan telen in kassen, omdat dit de sanering en herstructurering van de sector niet ten goede komt. "Alternatief gebruik van kassencomplexen doorkruist het beleid om teeltfuncties te concentreren binnen glastuinbouwgebieden. Het (tijdelijk) legaliseren van caravanstallingen in kassen maakt sanering van de kassen minder waarschijnlijk en is vanuit provinciale optiek dus onwenselijk", stelt Gedeputeerde Staten, die de ontheffing weigerde.
De ondernemers voerden nog aan dat de plannen, sloop van de kassen en ruimte voor woningen, niet binnen vijf jaar zal plaatsvinden en dat ze de vergunning voor vijf jaar best kunnen krijgen, maar ook daar ging de rechter niet in mee. De bezwaren van de ondernemers zijn volgens hun terecht afgewezen.