Europees Hof spreekt over nieuwe veredelingsmethoden

De advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie heeft vorige week een opinie gepubliceerd over vragen van het Franse hooggerechtshof met betrekking tot een zaak over nieuwe veredelingsmethoden. De uitspraak in deze zaak door het Hof wordt over enkele maanden verwacht. De officiële uitspraak zal een belangrijke rol spelen in de langlopende discussie over de vraag of planten die ontwikkeld zijn met nieuwe veredelingsmethoden net zo moeten worden gereguleerd als de huidige (transgene) genetisch gemodificeerde gewassen. De Nederlandse regering stelt dat er geen onnodige regels ingevoerd moeten worden. Plantum ondersteunt dit.

De regering stelt in het regeerakkoord dat “Nederland (..) zich in Europa (zal) inzetten voor de toepassing en toelating van nieuwe veredelingstechnieken, zoals CRISPR-Cas9, mits daarbij geen soortgrenzen worden overschreden.” Een belangrijk argument hiervoor is dat deze methoden niet leiden tot planten die niet in de natuur of via oudere, niet gereguleerde, veredelingsmethoden kunnen ontstaan. Echter, bij deze moderne methoden wordt wel gebruik gemaakt van kennis uit de moleculaire biologie, net als de transgenese-technieken die leiden tot gereguleerde genetisch gemodificeerde planten. Een beleidsmatig zeker zo belangrijk argument is dat het niet toepassen van de methoden een enorme vertraging zou betekenen in de aanpassing van ons voedsel en de land- en tuinbouw aan moderne eisen, zoals vermindering van chemische gewasbescherming, aanpassing aan klimaatverandering, verminderen van verspilling en het verder verbeteren van consumptiekwaliteit.

Het Franse hooggerechtshof heeft op aangeven van een zaak, aangespannen door enkele Franse milieu- en kleine boerenorganisaties, vragen gesteld aan het Europees Hof van Justitie over de uitleg van de huidige Europese regels over genetische modificatie. De vragen zijn zo gesteld dat ze kunnen leiden tot een juridische conclusie dat veel meer bestaande en nieuwere methoden onder de ggo-regelgeving vallen.

De opinie van de advocaat-generaal legt een aantal juridische denklijnen neer over de vraag of de term mutagenese ook refereert aan de nieuwe methoden om gerichte mutagenese te induceren, zoals bedoeld in het regeerakkoord, en of er op nationaal niveau ruimte is voor specifieke uitvoering van de EU-regels.

Het is nu afwachten hoe deze opinie gebruikt gaat worden door het Europees Hof van Justitie en daarmee op de rechtspraak in de EU-landen. Het is daarom te vroeg om conclusies te trekken. Deze juridische analyse over de uitzondering van mutagenese is echter al wel een hulpmiddel voor de Nederlandse regering om te bezien wat voor acties er straks, na de officiële uitspraak, nodig zijn in Europa om het doel, geformuleerd in het regeerakkoord, werkelijkheid te laten worden.

Plantum vindt dat een aantal nieuwe methoden zoals gerichte mutagenese en cisgenese de plantenveredeling belangrijk kan versnellen en niet tot wezenlijk andere planten leiden dan met reguliere methoden mogelijk is. In zulke gevallen is dure en tijdrovende regulering zowel onnodig als contraproductief, met negatieve effecten voor duurzaamheid, productkwaliteit en de diversiteit aan veredelingsbedrijven in Nederland. Daarmee ondersteunt Plantum de positie van de Nederlandse regering en wachten wij de uitspraak van het Europese Hof met spanning af.

Voor meer informatie:
Plantum
Vossenburchkade 68
2805 PC Gouda
T: +31 (0) 182 68 86 68
F: +31 (0) 182 68 86 67
info@plantum.nl
www.plantum.nl