Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Indeling vaksector niet meer mogelijk voor uitzendbureaus

Sinds 25 mei is het voor uitzendbureaus niet langer mogelijk om zich door de Belastingdienst in te laten delen in een vaksector. Er bestond een uitzondering, maar deze is nu afgeschaft omdat andere werkgevers uit de vaksectoren hier nadeel van ondervonden.

In Nederland wordt elke organisatie door de Belastingdienst ingedeeld in de best passende sector. Dit heet de sectorindeling. Deze indeling is deels bepalend voor de premies werknemersverzekeringen die u als organisatie betaalt. De sectorpremie hangt namelijk af van de instroom in de Werkloosheidswet (WW) in die sector. Hoe meer werknemers in de WW, hoe hoger de sectorpremie WW die u betaalt. En bent u een kleine werkgever? Dan betaalt u ook nog een sectorale premie voor de Werkhervattingskas.

Uitzendbureau op verzoek ingedeeld in andere sector
Uitzendondernemingen vallen onder ‘sector 52 – Uitzendbedrijven’, maar volgens de ‘Regeling Wet financiering sociale verzekeringen’ kan de fiscus een uitzendonderneming in een andere sector indelen als méér dan de helft van het premieplichtige loon van de onderneming aan die sector kon worden toegerekend. De aanname was dat die uitzendondernemingen voor de premieheffing vergelijkbaar zijn met andere werkgevers in de sector.

Indeling in vaksector alleen voor bestaande gevallen
Meestal pakt de indeling in een vaksector voordeliger uit. Daarom maakten steeds meer uitzendbureaus gebruik van deze mogelijkheid. Nu is echter vastgesteld dat uitzendwerk in vaksectoren vaak resulteert in hogere kosten voor de Werkloosheidswet en Ziektewet.

Besluit in Staatscourant
Uitzendbureaus stuwen dus de premies voor de rest van de ondernemingen in die vaksector op. Daarom is op 24 mei een besluit in de Staatscourant gepubliceerd dat deze regeling voor nieuwe gevallen buiten werking stelt. Uitzendondernemingen die op 25 mei al waren ingedeeld in een vaksector, blijven die indeling behouden.

Personeels- en payrollvennootschappen en detacheringsbureaus
Uit de toelichting bij het besluit blijkt dat onder werkgever voor deze regeling moet worden verstaan:

‘de werkgever die zich in het kader van de uitoefening van zijn bedrijf of beroep bezighoudt met het ter beschikking stellen van personeel aan een derde, om onder diens toezicht of leiding werkzaamheden te verrichten waarbij de werknemer werkzaam is op basis van een uitzendovereenkomst.’

Op basis van deze tekst zouden ook personeelsvennootschappen, detacheringsbureaus en payrollvennootschappen onder de regeling vallen. Daar bestaat op dit moment echter nog geen zekerheid over. Hier zijn inmiddels vragen over gesteld. Naar verwachting komt hier pas na het zomerreces antwoord op.

Overgangstermijn
Ook is het nog niet duidelijk hoelang een bestaande indeling in een vaksector blijft gehandhaafd. In de toelichting bij het besluit is opgenomen dat bestaande gevallen ‘vooralsnog’ bij die vaksector ingedeeld mogen worden.

Voor meer informatie:
Flynth adviseurs en accountants
088 236 73 50
arbeidszaken@flynth.nl
www.flynth.nl
Publicatiedatum: