Aanvoer oranje gemodificeerde petuniasoorten niet meer mogelijk

Het Nederlandse Instituut voor land- en tuinbouwgewassen RIKILT bevestigt de aanwezigheid van soortvreemd DNA in een aantal oranje petunia rassen. Dat is de conclusie uit een onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en gemotiveerd door gelijke bevindingen van de Finse Autoriteit (EVIRA) enkele weken terug. Hierop heeft Royal FloraHolland, in navolging van Veiling-Rhein Maas en Plantion, de mogelijkheden tot het verhandelen van de betreffende gemodificeerde oranje petunia soorten via de veiling geblokkeerd.

Plantum meldt in een persbericht dat de veredelingsbedrijven die de betreffende rassen op de markt brengen reeds bij de eerste melding van EVIRA de distributie hebben stopgezet en de afnemers geïnformeerd. In afstemming met ILT wordt nu ook overgegaan tot het terugroepen van de nog in voorraad zijnde planten.

"Onbedoelde GMO"
De betreffende veredelingsbedrijven, zo meldt de branchevereniging, werken samen met de ILT om de oorsprong van de 'contaminatie' met soortvreemd DNA te achterhalen. Van opzet is geen sprake, weet Plantum: de GMO zou 'onbedoeld' zijn. Wat daaronder verstaan moet worden wordt niet nader verduidelijkt.

Het aangetroffen soortvreemde DNA wijst op een mogelijke genetische modificatie met een gen afkomstig uit een ander gewas dat ervoor zorgt dat de petunia oranje kleurt. Of dit gen daadwerkelijk aanwezig is moet uit verder onderzoek blijken. Het RIKILT bevestigd de aanwezigheid van soortvreemd DNA in de rassen Go!Tunia Orange, Sanguna Salmon, Viva Orange, Viva Fire, Viva Orange Vein en African sunset. In de oranje petuniarassen Cascadias Indian Summer en Sanguna Patio Salmon zijn de DNA markers waarop getest werd niet aangetroffen. RIKILT is onderdeel van Wageningen UR en doet onafhankelijk onderzoek naar de veiligheid en kwaliteit van voeding en diervoeders.

De niet toegelaten GMO mag in de EU niet geteeld of verhandeld worden. Consumenten hoeven geen planten te vernietigen of terug te brengen. De bedrijven brengen de aanwezigheid van het soortvreemde DNA binnen hun veredelingsprogramma’s in beeld om de bron te achterhalen en herhaling in de toekomst te voorkomen. Een risico voor humane gezondheid of nadelige effecten op de omgeving is niet te verwachten.

Alle rassen waarvan is aangetoond dat ze soortvreemd DNA bezitten, waren na de eerste melding van EVIRA al uit de handel genomen. De afnemers zijn persoonlijk geïnformeerd over de bevindingen van RIKILT en op last van het ILT geïnstrueerd om de nog in voorraad zijnde planten en zaden te retourneren. De planten en zaden zullen volgens de wettelijke voorschriften vernietigd worden. Consumenten die de petunia thuis hebben mogen deze vernietigen maar zijn daartoe niet verplicht. Van het aangetroffen soortvreemd DNA wordt niet verwacht dat het een effect heeft op stuifmeel, de plant is niet winterhard en kruist niet uit met inheemse planten.

Voor meer informatie, het bericht op Plantum