Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Studenten ‘tuinen’ in China:

“Wij hadden verwacht dat er al meer glas zou zijn”

Tholen – Afgelopen maandag keerden zes studenten Tuinbouw & Agribusiness van Inholland Delft terug uit China. De vierdejaarsstudenten kregen gesponsord door bedrijven uit de glastuinbouwsector en met dank aan subsidie en Stichting Green China de kans om de Chinese markt te onderzoeken. Wessel van Koppen was één van hen: “Het beeld dat ik van tevoren van China had klopte vrij aardig, maar wij hadden wel meer glas verwacht.”


De zes Chinagangers: Rens Louwers, Wessel van Koppen, Christian Teerds, Jim Duijvesteijn, Koen de Bruijn en Remco Zwinkels.

Op 24 oktober stapten de zes in het vliegtuig. Sinds de oprichting van de stichting was het de derde keer dat er een groep naar China toog. “Wij zitten in ons laatste jaar en kregen een vrije onderzoeksopdracht. Wij kozen ervoor om naar China te gaan.” Na aankomst in Shanghai werd direct de Chinese keuken ingedoken, waarna het vervolgens tijd was de toerist uit te hangen.

Vertical farming
Maar de reis was natuurlijk niet alleen bedoeld om toerist te spelen. Op dag twee werd daarom al een bezoek gebracht aan Shanghai University om kennis te maken met Chinese studenten en samen aan opdrachten te werken. “Eén van de opdrachten die we hebben uitgevoerd, ging over vertical farming”, vertelt Wessel. “We hebben geprobeerd zoveel mogelijk informatie hierover te verzamelen. Het viel ons op dat vertical farming nog helemaal niet zoveel voorkomt als soms hier in Nederland misschien wel gedacht wordt.”

Zeker op commerciële basis bleek vertical farming nog niet zo groot. “Het zijn vooral nog projecten die zijn gesubsidieerd vanuit de overheid. Vertical farming is nog heel duur en ook niet per se nodig, omdat er nog volop ruimte buiten de steden is voor het opzetten van traditionele glastuinbouw.”

Op dag vijf werd een bezoek gebracht aan Nederlandse bedrijven die actief zijn in China. Onder andere met Royal Flora Holland en Priva werd over de kansen en obstakels voor glastuinbouw in China gesproken. “Priva is in eerste instantie naar China gegaan vanwege de groeiende glastuinbouwsector. In hun achterhoofd hadden ze ook de ontwikkeling vertical farming, maar dat hebben ze nu op een laag pitje gezet. De focus ligt toch meer op glastuinbouw, waarin het bedrijf verwacht stappen te kunnen zetten.”



Stappen die nog zeker gemaakt kunnen worden, bleek tijdens ‘een rondje tuinen’ bij Chinese bedrijven, waaronder Sunqiao, Shanghai Flower Port en de Hao Feng Food Group. “Dit bedrijf is een grote, moderne speler in de Chinese markt met meer dan 10.000 hectare grond in bezit. Daarop wil het bedrijf meer kassen gaan bouwen. Nu staan er toch vooral nog foliekassen in de gebieden die wij bezochten, onder andere Qindao. Wij hadden verwacht dat er meer glas zou zijn, maar misschien is dat in andere regio’s wel zo.”



Bij de Hao Feng Food Group mocht door de Nederlandse gasten in een tomatenkas gekeken worden, waar de teelt er netjes en schoon bijstond. Die tomaten belandden vervolgens in de Chinese schappen. Ook hier deed het zestal onderzoek naar. “Samen met Chinese studenten hebben we marktonderzoek gedaan naar de manier waarop groenten in Chinese supermarkten worden gepresenteerd. Het koopgedrag van de Chinees is totaal anders dan in Nederland. Er wordt in China veel minder groenten gekocht door de consument. Het is veel meer een statussymbool, wat je ook ziet aan verpakkingen. De mensen die in China groenten kopen in de supermarkt, hebben veel meer te besteden dan de mensen die bij de groenteboer langsgaan, tegenovergesteld eigenlijk aan hoe het in Nederland werkt.”



Tegen het eind van de tiendaagse reis was er nog even gelegenheid om de mooiste plekken van China te bekijken en natuurlijk ook te proosten met een biertje. “Vooral Shanghai vond ik een toffe stad. Dat had ik niet verwacht, want ik heb het eigenlijk niet zo op steden. Beijing vond ik minder leuk, ook minder toeristisch trouwens.”

Terug in Nederland is het tijd om verslagen te schrijven over alle bevindingen. “Ik heb een hoop geleerd van deze reis, onder andere dat het nog best lastig is om een business op te zetten daar.” Zodra de verslagen af zijn, is het tijd voor een afstudeerscriptie. “Dankzij de reis naar China heb ik al van verschillende Nederlandse bedrijven gehoord dat ik daar misschien mijn afstudeeronderzoek kan doen. Ons netwerk is flink uitgebreid, maar wij zullen niet direct na onze studie naar China vliegen. Tenminste niet om er te gaan wonen. Een aantal weken daar werken ligt voor ons voorlopig meer voor de hand. Zelf denk ik overigens dat ik eerder iets bij een groothandel of als tuinder ga doen.”

De reis werd mogelijk gemaakt dankzij de volgende bedrijven: Rabobank Westland, Kwekerij ’t Woudt, Inholland, Flexibell Systems, Priva, Royal Flora Holland, Bunnik Creations en EUSME. “Uiteraard willen wij die bedrijven heel erg bedanken”, sluit Wessel af.