Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Delphy

"Luchtvochtigheid is een belangrijke klimaatfactor"

Door technische ontwikkelingen als ontvochtiging via koeling en luchtbevochtiging is het mogelijk de luchtvochtigheid in de kas beter te sturen. De klimaatfactor luchtvochtigheid krijgt daardoor meer aandacht, ook al liggen er nog veel vragen over dit onderwerp, stelt Delphy.

Onderaan het artikel volgt een opsomming van verschillende manieren om aan te geven hoe vochtig de (kas)lucht is.

Luchtvochtigheid beïnvloedt de groei, ontwikkeling en productie van tomaat via de fotosynthese, verdamping, strekking en nutriëntenopname. In de verschillende fasen van de teelt en in de verschillende jaargetijden worden er andere eisen aan de luchtvochtigheid gesteld.

De meeste resultaten komen uit onderzoek dat is gedaan tijdens de wintermaanden. Voor het sturen van luchtvochtigheid in geconditioneerde kassen is juist meer kennis nodig over de effecten in voorjaar en zomer.

Verdamping
Bij een hoge luchtvochtigheid neemt de verdampingssnelheid van een gewas af, bij een lage luchtvochtigheid is de verdamping hoger. Hierdoor beïnvloedt het gewas zelf de luchtvochtigheid. Bij een drogere lucht zal het gewas meer verdampen waardoor de lucht vochtiger wordt en de verdamping weer afneemt. De cirkel wordt doorbroken in een kas waarin de luchtvochtigheid afzonderlijk kan worden geregeld.

Huidmondjesopening
Een plant reageert direct op veranderingen in relatieve luchtvochtigheid via de openingstoestand van de huidmondjes. Bij hogere luchtvochtigheid gaan de huidmondjes verder open, bij lagere luchtvochtigheid sluiten ze meer. Op lange termijn kan een plant zich aanpassen aan een hoge luchtvochtigheid door bladeren aan te leggen met meer en/of grotere huidmondjes.

Fotosynthese
Een plant reageert op een verhoging van de luchtvochtigheid door de huidmondjes verder te openen, dit kan de fotosynthese verhogen. Wanneer een plant enige tijd bij hogere luchtvochtigheid staat, kan dit leiden tot meer strekking, dus grotere bladeren. Grotere bladeren onderscheppen meer licht. Meer licht levert een hogere fotosynthese.
Op langere termijn kan een hoge luchtvochtigheid leiden tot kleinere bladeren, mogelijk veroorzaakt door calciumgebrek. Dan leidt een hoge luchtvochtigheid tot een lagere gewasfotosynthese.

Strekking
Een hogere luchtvochtigheid leidt tot meer celstrekking, dit uit zich in grotere bladeren en langere stengels. Een langdurige hoge luchtvochtigheid kan leiden tot calciumgebrek en daardoor ontstaan (veel) kleinere bladeren.

Calciumopname
Bij een hoge luchtvochtigheid is de verdamping en daarmee ook de calciumopname laag. Als tomatenplanten langdurig bij een hoge luchtvochtigheid staan neemt het calciumgehalte in het blad af, hetgeen kan leiden tot een afname van het bladoppervlak

Productie
In het traject van luchtvochtigheid waarin het meeste onderzoek is uitgevoerd (VPD tussen 0,1 en 0,8 kPa) reageert de productie van tomaat negatief op een verhoging van de luchtvochtigheid (verlagen van de VPD). Dit komt omdat bij een hogere luchtvochtigheid kleinere bladeren worden aangelegd, mogelijk door calciumgebrek in de bladeren. Resultaat: minder lichtonderschepping en afname van de productie.

Effect luchtbevochtiging
Een erg lage luchtvochtigheid in de kas kan leiden tot sluiting van de huidmondjes . Dit doet de plant om overmatig waterverlies door verdamping te voorkomen, maar het betekent ook dat de opname van CO2 voor de fotosynthese minder makkelijk verloopt. Door te vernevelen neemt de luchtvochtigheid in de kas toe en neemt de kasluchttemperatuur af. Omdat er minder gelucht hoeft te worden om de temperatuur op het gewenste peil te houden, is de CO2 concentratie in de kas gemiddeld hoger. Verneveling kan daardoor in de zomer een positief effect hebben op de productie bij tomaat, mits de luchtvochtigheid niet zo hoog oploopt dat het leidt tot schimmelziektes.

Er zijn verschillende manieren om aan te geven hoe vochtig de (kas)lucht is. Hieronder volgt een opsomming:

• (Absolute) luchtvochtigheid
Dit is de concentratie van waterdamp in gram per m3 lucht (g/m3).

• Relatieve luchtvochtigheid
De relatieve luchtvochtigheid (RV) is de verhouding tussen de hoeveelheid waterdamp die in de lucht zit en de hoeveelheid die de lucht bij dezelfde temperatuur maximaal kan opnemen (in %). De relatieve luchtvochtigheid kan veranderen als gevolg van twee factoren: de temperatuur en de luchtvochtigheid. Als de temperatuur toeneemt bij gelijkblijvende luchtvochtigheid, daalt de RV.

• Dauwpunttemperatuur
Als onverzadigde lucht afkoelt, raakt deze steeds meer verzadigd. Bij een bepaalde temperatuur zal de lucht volledig verzadigd raken met waterdamp. Deze temperatuur noemen we het dauwpunt of de dauwpunttemperatuur. Koelt de lucht nog verder af dan treedt condensatie op. Als vruchten, stengels of andere plantendelen kouder zijn dan het dauwpunt, worden ze nat doordat de waterdamp er tegen condenseert.

• Dampdruk of dampspanning
Elk gas in een ruimte veroorzaakt een spanning of druk. De druk door waterdamp wordt partiële druk van waterdamp of dampspanning genoemd en uitgedrukt in kilo Pascal (kPa) of mbar. Als de absolute luchtvochtigheid in grammen waterdamp per m3 groter wordt, neemt ook de dampspanning toe.

• Dampdrukdeficit of VPD
Het dampdrukdeficit of vapour pressure deficit (VPD) is het verschil tussen de dampdruk van verzadigde lucht en de dampdruk van de kaslucht. De VPD wordt uitgedrukt in kPa.

• Vochtdeficit
Zo lang lucht nog niet de maximale hoeveelheid waterdamp bevat, kan extra waterdamp worden opgenomen. De hoeveelheid die nog extra kan worden opgenomen heet het vochtdeficit (in g/m3). Als de temperatuur stijgt, wordt het vochtdeficit groter omdat lucht bij een hogere temperatuur meer waterdamp kan bevatten.

Bron: Delphy

Publicatiedatum: