Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Niet elk water is goed spuitwater

Verbazing alom bij de aanwezigen die het verhaal van adviseur Jan Paauw van GMN aanhoren. Een gewas bespuiten of bollen dom­pelen doe je met water, maar datzelfde water bepaalt sterk het eindresultaat van de behandeling. Het etiket vermeldde het tot voor kort niet.

"Welk water gebruikt u om te spuiten?", vroeg Paauw aan de aanwezigen. Meestal slootwater, soms bronwater of regenwa­ter. Drie soorten water met elk hun eigen kenmerken als het gaat om de pH en de hardheid ofwel DH. Waar kraanwater een pH heeft van 7, kan die van sloot­ water variëren van 7 tot boven de 8. Die laatste waarde kwam afgelopen zomer meermalen in beeld als sprake was van hoge watertemperaturen in combinatie met bacteriegroei. De hardheid van water hangt sterk af van de regio waar het bedrijf zit. "In de Bloembollenstreek is het meestal vrij zacht, maar ik weet ook hier vlakbij een plek waar het heel hard is", aldus Paauw.

Erik Hogervorst laat de pH-meter zien die op een veldspuit gemonteerd kan worden.

Wat tot voor kort eigenlijk nooit op het etiket stond van gewasbeschermingsmid­delen, is dat elk middel een optimale wer­king heeft bij een bepaalde pH. "Voor de meeste middelen is dat een pH van 5,5 tot 6. Dat geldt ook voor middelen die in het dompelbad worden gebruikt. Zo ligt het optimum voor captan bij een pH van 5. Als de pH een stuk hoger ligt, dan werkt dat middel echt niet meer optimaal."

Tijdig gespoten en met de juiste dosering, en toch valt het resultaat tegen. Twee factoren kunnen daarbij een rol hebben gespeeld: de pH en de hardheid van het water.

PH maakt nogal uit
Onderzoek naar het effect van onkruid­ bestrijdingsmiddel Roundup op maïs liet zien dat de pH nogal uitmaakte. Door een te hoge pH duurde het tot twee weken langer voordat de planten afstierven. Dat­ zelfde product is ook gevoelig voor te hard water, aldus Paauw. "Stel dat je een stuk land wil bespuiten met een dosering van 4 liter per ha. Doordat de Roundup reageert met positieve ionen in het harde water, is de werkelijke dosering 2,5 liter in plaats van 4 liter."

Als het om de pH gaat, zijn er wel enkele oplossingen. Het goedkoopst is zwavelzure ammoniak aan het spuitwater toevoegen, maar te veel kan wel zorgen voor aange­taste planten of bollen, doordat je niet goed kunt nagaan hoe snel de pH daalt.

Praktischer is een conditioner, die de pH terugbrengt naar een waarde tussen de 6 en 7. Ook is er een product dat door verkleuring aangeeft wat de pH is. Zo is de pH 5 als het water geel wordt. En een uitvloeier kan met relatief weinig middel de pH terugbrengen van 8,5 naar 6,8.

Volgorde van middelen
En dan nog kan het misgaan, zo maakte Paauw duidelijk. Ook de volgorde waarin middelen in de tank worden opgelost is van belang. "Begin met de toevoegmid­delen, zoals een pH-regulator. Daarna de poeders en granulaten en daarna in de juiste volgorde de overige typen midde­len, eindigend bij de bladmeststoffen en minerale olie." GMN heeft voor onderne­mers hiervan een overzicht op papier en digitaal beschikbaar.

En de spuittechniek? Die speelt ook op deze informatie in. Tijdens de Open Mid­dag liet Erik Hogervorst van Mechanisa­tiebedrijf Wout Hogervorst een veldspuit zien waar een pH-meter is ingebouwd. Een dergelijk apparaat kost 600 euro en meet permanent de pH van het water dat uit sloot, bron of kraan de tank in gaat. Met die informatie kan degene die spuit bepa­len of de pH moet worden aangepast.

bron: GMN

Publicatiedatum: