Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Minder dan 1% van de bollen wordt biologisch gekweekt

In de bollensector wordt minder dan 1% van de bollen biologisch gekweekt. Het standaard bloembollenbedrijf heeft circa 21 hectare cultuurgrond, waarvan 19,3 hectare bloembollen. Hiervan heeft tulp een aandeel van 74% (14,3 ha) en lelie 12% (2,4 ha). Het restant (13%;
2,6 ha) bedraagt overige bloembolgewassen zoals narcis en krokus. Dat staat in het rapport van de WUR "Uitwerking bedrijfstypen voor duurzame landbouw: dierlijke en plantaardige
sectoren."

Uit het rapport blijkt verder dat in 2021 het inkomen uit normale bedrijfsvoering 167 duizend euro per onbetaald arbeidsjaareenheid bedroeg voor het gespecialiseerde tulpenbedrijf. In de periode 2017-2021 lag het inkomen uit normale bedrijfsvoering op gemiddeld 91 duizend euro per 'inkomen per onbetaald arbeidsjaareenheid' (oaje). In de bloembollenteelt lag het inkomen in 2017-2021 gemiddeld op 147 duizend euro.

Oppervlakte Waarde
Bedrijfsopzet
Oppervlakte cultuurgrond (ha) a) 21
w.v. oppervlakte tulp (ha) a) 14,3
w.v. oppervlakte lelie (ha) a) 2,4
w.v. overige bloembollen (ha) a) 1,9
w.v. overige gewassen (ha) 2,4
Financiƫle prestaties
Totale opbrengsten a) (euro) 721.269
Waarvan inkomenstoeslagen en subsidies a) 9.631
Totale kosten a) 664.943
Inkomen uit normale bedrijfsvoering a) 153.257
Inkomen uit normale bedrijfsvoering per oaje a) 91.644

In bovenstaande tabel zijn de bedrijfskarakteristieken, financiƫle en milieuprestaties van een gespecialiseerd tulpenbedrijf te zien

Gewasbescherming
In de bloembollenteelt wordt gemiddeld genomen meer gebruik gemaakt van gewasbeschermingsmiddelen dan in de akkerbouw. De inzet van gewasbeschermingsmiddelen in de bloembollenteelt bedroeg in de periode 2017-2021 gemiddeld 79 kg per hectare per jaar. Het middelengebruik is het hoogst in de lelieteelt. Dit bedraagt gemiddeld 114 kg werkzame stof per hectare. Voor de overige gewassen is dit aanzienlijk lager. Zo bedraagt het middelengebruik 25,8 kilogram werkzame stof per hectare voor de tulpenteelt en 19,4 kilogram werkzame stof per hectare voor de gladiolen. Voor hyacinten bedraagt dit 17,0 werkzame stof per hectare.

De inzet van gewasbescherming in de bollenteelt is toegenomen ten opzichte van de periode 2015-2017, toen het middelengebruik 71 kg per hectare per jaar bedroeg. De groep overige middelen (met name hulpstoffen) is qua gebruik de grootste groep (41%). Dit houdt verband met een toegenomen inzet van minerale olie om de virusoverdracht door luizen tegen te gaan. Ook wordt in de bloembollenteelt veel tegen schimmels (fungiciden) gespoten (28%). Het aandeel herbiciden (10%) en nematiciden (1%) is vrij beperkt.

De milieubelasting uit gewasbescherming in de bloembollenteelt de laatste jaren stabiel op net boven de 11.000 milieubelastingpunten per hectare in 2017-2021. Ruim de helft van de punten houdt verband met risico bij emissie naar het oppervlaktewater (58%), bijna een derde met risico bij emissie naar de bodem (33%), en de overige punten met risico bij emissie naar het oppervlaktewater (9%). De kosten voor het middelengebruik bedroegen 2.231 euro per hectare in 2017-2021. Dit is een toename ten opzichte van de jaren daarvoor. Voor het standaardbedrijfstype bedragen de kosten voor gewasbescherming gemiddeld 103 duizend euro per jaar in 2017-2021.

In de bloembollensector heeft de teelt een vrij grote bijdrage aan de CO2-uitstoot uit energieverbruik. In de teelt bedroeg de CO2-uitstoot hiervan 2.751 kg per hectare. Dit is een afname van circa 24% ten opzichte van 2008. Bij de berekening van de CO2-uitstoot is uitsluitend de uitstoot voor het verbruik van fossiele brandstoffen voor verwarming meegerekend. Andere bronnen van CO2-uitstoot in de teelt (onder andere dieselverbruik door tractoren) is niet meegerekend.

Bron: WUR

Publicatiedatum: